Op 29 januari organiseerde het Platform Participatie Sociaal Domein een debatavond met als thema: “hoe sociaal is Uithoorn ?”
Lees hieronder de bijdrage van Els Gasseling.
Veel inwoners van Uithoorn en De Kwakel doen iets voor elkaar als vrijwilliger – ze geven bijvoorbeeld taalles, koken voor elkaar, helpen iemand als maatje, ze zetten zich in voor de school of voor de sportclub of de buurt of ze helpen iemand die zorg nodig heeft. Dat is echt geweldig en heel sociaal!
Ons is ook gevraagd wat goed gaat en wat beter kan binnen het sociaal domein. Wat wij heel goed vinden, is dat er vooral gezocht is naar samenwerking en toegankelijkheid. Samenwerking tussen zorgverleners onderling en met scholen, maatschappelijk organisaties en met inwoners. “Uithoorn voor elkaar” is een goed voorbeeld. Ook de nieuwe website “Uithoorn helpt.nl” is een goed initiatief. De Gemeente heeft hier een positieve, uitnodigende houding en probeert inwoners die zorg of ondersteuning nodig hebben echt te bereiken. Problemen van gezinnen worden in samenhang aangepakt. Wat ook goed is, is de aandacht voor preventie, op het gebied van gezonde leefstijl, relaties en opvoeding en het voorkomen van schulden. Preventie is ook een netwerk bieden, niet alleen voor zorg, maar ook voor welzijn: ontspanning en ontmoeting. In het interview met het participatieplatform las ik: “de periode van individualisme is voorbij”. Daar kan ik mij van harte bij aansluiten.
Dan toch: wat kan er beter de komende periode?
Met de meeste mensen gaat het goed, de economische crisis is voorbij en gemiddeld worden wij allemaal weer een beetje rijker. Maar niet iedereen profiteert daarvan. Mensen die weinig verdienen of niet kunnen werken krijgen het steeds moeilijker om rond te komen. Uitkeringen worden verlaagd maar kosten voor huur, zorg en energie worden hoger. De maatschappij is voor velen ingewikkeld en een kleine fout op financieel gebied kan grote gevolgen hebben. Daar moet de komende periode meer aandacht naar uit gaan. De minimaregelingen kunnen verruimd worden. Er moet een plan komen om werkgelegenheid te scheppen en te behouden voor mensen die moeilijk aan werk kunnen komen. Schulphulpverlening moet snel ingezet worden en breed toegankelijk zijn.
Er is veel behoefte aan jeugdzorg. Dat komt omdat er meer gezinnen bereikt worden door een betere signalering – er komen dus meer problemen in beeld die voorheen achter de voordeur bleven. Omdat er ook flink bezuinigd is op de jeugdzorg leidt dit soms tot wachtlijsten en komen gemeentes geld te kort. Er moet dus echt voldoende geld beschikbaar blijven, en wachtlijsten moeten worden voorkomen. Ook op de geestelijke gezondheidszorg is flink bezuinigd door het Rijk. Mensen die voorheen in een beschermde woonvorm terecht konden moeten steeds meer zelfstandig in de wijk wonen, en de begeleiding is afgebouwd. Er moet voor deze mensen zorg op maat en in de wijk geleverd worden, en zo nodig voldoende crisisopvang.
Voor de Partij van de Arbeid staat op de eerste plaats dat iedereen de zorg krijgt die nodig is, dat ouderen en anderen niet vereenzamen en verkommeren. Mantelzorgers en vrijwilligers zijn goud waard, maar pas op voor overbelasting. Goede samenwerking en aandacht voor preventie. Zorg dichtbij, met in iedere wijk een buurthuis voor maatschappelijke voorzieningen en sociale en recreatieve activiteiten.
En verder: vooral zo doorgaan op de goede weg.